Het bruin wordt langzaam groen en één enkele knop
schiet uit tot een trots Vlaams landschap.
Het dapperste grijs opgetrokken uit wolken van sorry-schuddende
asbest en waarheden als koningen.
Wat kon het asbest eraan doen.
We wilden bovenal een onderdak.
Voor mijn deur wordt een wilg achtergelaten. Lastig tot zijn kern
te hakken, toch wapperend met zijn dunne armen.
Hij was een pilaar om tegenaan te kruipen. Ergens
in de straat werkt iemand aan een uitbreiding van zijn huis.
Het was er de tijd voor.
Een mens moet ruimte maken.
‘Elke leeftijd is een prima leeftijd
om ergens mee te stoppen’, vond een dokter.
Nu dan
ik open de gordijnen.