je loopt met gepast gezag op straat
aan je hand wat kleins op zoek naar groen
plots een middelgrote blaf
het soort wat je optilt in het midden
het hurkt vlak naast een grasmat waar kleins
liever vormen kneed uit zand
je zegt hier wat van wachtend op antwoord
van de overkant van het groen
twee schouders lege handen
geen zorgen zijn sigaret ontvlamt
jij die de pas versnelt
de hond omhoog wipt met de tip van je schoen
een meter hoog de lucht in blaft
twee schouders legen handen
die aansnellen en schelden een kopstoot
hij die zijn pas verliest
te knikken naar dat kleins aan je hand
zijn kleine knikkerogen een duim
op te steken in de helblauwe lucht waar de hond sereen in dreef
nu vlak op de grond gebroken
je zegt zoiets als
goed zo jongen kneed nog wat
papa komt zo proeven
middelgrote vogels zuchten verstopt
onder een wolk in midden augustus