oplettende letterslingers
de klanken willen in formatie
loslippig trillen papieren praatpapillen
wijzen naar de gapende oor-uitleners of
stoelrand-hangende-glaasjes-nippende-fluisterende klagers
omdat dit heus geen keus was en vroeg
of later baadt het niet
bestaat het meer in een minderte
dit start ver buiten jullie lijven
minder het geluid van mijn stem trok mijn kapsel
fans of omdat je simpelweg een avondje
aan ‘t vergeten bent
dichterlijke vrijheid rijm zo woorden gespreid
liters gelijmde vlijt met ogenschijnlijk wat
bescheidenheid
oost west achter tussendoor woorden
dragen die alleen ík het allerliefste hoor
sta in mijn vlees en water
op wat later dit podium bleek te zijn
kijk mensen zonder janken genageld
hier zo op de latten
jullie strekkende aantallen
wapperen met gebaren langs flanken
nagels tikken mijn tijd is om
presenteer de waaiers en maak
klanken waarmee wij elkaar nu heel
hard zouden kunnen bedanken
het publiek klapt de oren doven
iedereen blijkt weer thuis