Ik bekijk een grafiek die de grootste stijgingen in online verkopen toont sinds de c-crisis. De broodmachine maakt een comeback. Inderdaad, waarom niet. Ik hou van een broodje op z’n tijd. Ik val terug op ouderwets uitpakken voor het gezin – Danerolle-reclame style. Ken je iemand die niet van vers brood houdt? Ik ga wel als nouveau jager/verzamelaar te werk. Het is mij teveel om een kwartier met klamme handpalmen op een slecht ontsmette boodschappenkar te leunen.
Binnen een etmaal staat een blauwe doos op de stoep. De bel lelt voor de derde keer, de bezorger zwaait al vanachter het raampje in zijn bus. Ik vraag me af of hij zijn huisbel-indruk-vinger ontsmet, maar ik heb grotere zorgen. Een gloednieuwe plastic machine gaat mij van mijn machteloosheid genezen. Al is het maar vandaag.
Twee uur later plaveit de geur van vers suikerbrood een aantrekkelijk spoor door het huis. Uit alle hoeken en gaten komen hongerige geïnteresseerden mijn kant op. Horden bijen drammen voor de oven, ik sta als ware Samurai met opgerolde krant op de wacht. Ik wuif ze de laan uit, terug de achtertuin in.
Ik besmeer wat snedes suikerbrood met boter. Het valt goed in de smaak. Tevreden met mezelf staar ‘k kauwend de tuin in. Zoom even in op de bijen. Die zijn het suikerbrood al lang vergeten, hebben andere dingen aan hun hoofd. De ene bij bestijgt de ander, tegen een backdrop van verse paardenbloemen die ik komend weekend weer wegmaai. Na vier seconden vliegen ze uit elkaar. Terwijl ze 300 keer per minuut met hun vleugels slaan.
Damn, they don’t fuck around. En toch… Ze hebben seks in mijn achtertuin. Wie maakt ze wat? Niks geen crisis.
Vorige week leerde ik de herkomst van dit woord. Krisis betekent – vrij vertaald vanuit het Grieks – ‘keuze’. Een crisis dient zich aan. De bij maakt de keuze om gewoon door te gaan met de orde van de dag. Geen suikerbrood om aan te knagen? En verder. Geen existentiële vragen, niks geen zelfhulpboeken. Niet puffen tijdens work-out-video’s van afgetrainde fitgirls. Verder gaan waar je gebleven was, het bijenvolk in stand houden.
Aan het einde van de dag speel ik met aluminium verpakkingen van paaseitjes die ik niet kon laten staan. Ik heb m’n zelfhulpboeken besteld, Youtube-work-outs gedaan én m’n suikerbrood gebakken. Toch lijkt het niet genoeg. Vroeg die bij zoveel meer van zichzelf? Ik denk het niet. Hij gaat verder met de orde van de dag.
Morgen open ik gewoon een nieuw document, bel met wat collega’s en schrijf die e-mails af. Smeer opnieuw een plak suikerbrood, het extraatje wat de dagen voor nu even goed maakt.