Zoals water
aan padden trekt
kom ik tevoorschijn, als
jouw donkere wolkbreuk
lekt. Geef mij het rollen
van je wangen. Het,
tollen van gedachten gangen
van zaken die we
met vier hersenhelften
stukken beter
lijken te snappen.
Zoals water
aan padden trekt
blijf ik zitten, spring
in inktpotten tot niks
vlekt. Geef me bladeren
van je ongeschreven kanten. Het,
beven van je randen
onderaan watertrappelende
vingers hemelen om
stukken beter
blijven te lijmen.